Het nieuwe jaar is alweer een paar dagen oud. De oliebollen zijn op, de lege champagneflessen zijn naar de glasbak gebracht, de straten zijn schoongeveegd. Hier en daar is nog wel wat kerstversiering zichtbaar, maar verder is er weinig tastbaars over dat herinnert aan de afgelopen weken van overdaad aan eten, drinken en gezelligheid. Nog even genieten van een lui weekend en morgen gewoon weer over tot de orde van de dag.
De hele periode van kerst en oud & nieuw gaat eigenlijk ieder jaar een beetje langs me heen. Om te beginnen omdat deze periode, waarin vrijwel iedereen vrij heeft en het hele huis versiert met kerstspullen en cadeaus, voor mij de juist drukste tijd van het jaar is op het werk. Maar daarnaast heb ik persoonlijk ook niet zoveel op met het kerstfeest en oud & nieuw. Ik ben niet gelovig en voel dus in die context niets bij de zogenaamde geboorte van Jezus Christus. Op de kerstgedachte ‘vrede op aarde’ is natuurlijk weinig aan te merken, maar deze komt op mij wel altijd nogal hypocriet over. De rest van het jaar is het immers op veel plekken weer oorlog, draait alles weer om de economie en geld verdienen en voor de meeste mensen is het dan ook weer gewoon ieder voor zich.
Oud & nieuw is voor veel mensen het moment om eens terug te kijken op het afgelopen jaar. Een soort evaluatiemoment. Net als met verjaardagen. Dat heb ik zelf nooit echt zo gehad. Momenten van evaluatie en bezinning kunnen natuurlijk van tijd tot tijd nuttig en soms zelfs nodig zijn, maar daarvoor is ieder ander tijdstip in principe minstens net zo geschikt. Een verjaardag of oudejaarsavond is wat mij betreft altijd juist een wat geforceerd en dus ongeschikt moment. Naast dat het moment zelf je opgedrongen wordt, ontkom je er niet aan om je bevindingen te delen en vergelijken met die van anderen om je heen. Dat maakt het nogal lastig om objectief naar jezelf te kijken. Helmaal als je het, zoals veel mensen, belangrijk vindt wat anderen van je vinden en je jezelf naar buiten toe dus te allen tijde graag als zeer gelukkig en succesvol presenteert, ook als dat soms compleet bezijden de werkelijkheid is.
Vanmorgen bleek voor mij zomaar opeens wel een goed moment. Ik liep door de stad. Redelijk vroeg voor mijn doen en op deze eerste zondag van het jaar duidelijk ook voor de rest van de wereld. Waar ik normaal gesproken een bruisende stad tref, trof ik nu een compleet verlaten Oudegracht. Helemaal niets of niemand te bekennen. Geen voetgangers, geen fietsers, geen auto’s, geen hond. Zelfs geen geluid, geen zuchtje wind. De vlag aan de gevel van het statige pand, waar ik al zo vaak voorbij gelopen ben en in het voorbijgaan achteloos naar binnen gekeken heb, hing er roerloos, bijna treurig bij. Zijn levenloze silhouet stak duidelijk af tegen de strakblauwe lucht daarachter. Het beeld van de verstilde, nog niet ontwaakte stad beklijfde me op een prettige manier. Ik ging zitten op een bankje op de brug.
Het afgelopen jaar was voor mij over het geheel genomen nou niet echt een heel leuk jaar. Zonder hier nu uitgebreid op in te gaan: het was een jaar met veel teveel bedrog, teleurstelling en begrafenissen. Zo’n jaar dat je bij vlagen weer even heel bewust moet uitkijken dat je het vertrouwen in mensen en de kosmos niet verliest. Dat je niet verbitterd raakt. Nou zal me dat gelukkig niet zo snel gebeuren; verbitterd raken. Het ligt niet in mijn aard en daarnaast mag ik me gelukkig prijzen met ruim voldoende mooie mensen in mijn nabije omgeving die me daar, wanneer nodig, vanaf zouden houden. Maar zo’n jaar als dit hakt er toch wel even in. Je kunt wel denken en zeggen van niet, maar het raakt je toch. En dus beinvloedt het je. Verandert het je. Net zoals alles wat je eerder geraakt heeft. Zowel positief als negatief.
In dit geval lijkt het volkomen logisch om vooral, koste wat kost, herhaling te willen voorkomen. Om als primaire reactie een soort zelfbeschermingsmechanisme te activeren. Banger, terughoudender en voorzichtiger. Dit gevoel nooit meer. Maar dat is nou net de valkuil die ik wil vermijden. Daarmee zou ik mezelf tekort doen, zou ik mezelf veel teveel ontzeggen. Er zit veel ruimte tussen naïef en bang, tussen open en gesloten. Zonder naïef te zijn wil ik voorkomen dat ik te voorzichtig word. Te bang om weer geraakt te worden. Want uiteindelijk is dat toch juist wat ik wel wil blijven meemaken en voelen. Dat dingen me raken. Dat mensen me raken. Emotie, beroering, verlangen, verwondering, geluk. Dan ook maar af en toe een keer onderuit. Dan ook maar weer eens met mijn hoofd tegen die muur. Dan ook maar soms verdriet.
Op sommige dingen heb je nu eenmaal geen enkele invloed. Hoe onrechtvaardig ze soms ook zijn. Je kunt niet anders dan een weg, een manier vinden om er mee om te gaan. Het een plek te geven. Hoe andere mensen met je omgaan hangt natuurlijk voor een groot gedeelte af van hoe jij met hen omgaat. Maar dan nog kun je nooit helemaal zeker weten wat je aan iemand hebt. Als het moment komt dat iemand je toch kwetst of zelfs bedriegt, dan zegt dat vaak vooral wat over die persoon en niet per se over wat jij zelf verkeerd zou hebben gezien of gedaan.
Natuurlijk ben ik verdrietig geweest. Natuurlijk heb ik me afgevraagd 'hoe?' en 'waarom?'. Natuurlijk ben ik veranderd. Zoals ieder jaar wel weer een beetje. Maar ik ben zeker niet verbitterd of ongelukkig. Integendeel. Ik zie juist ook de goede dingen om me heen en herken ook de mooie momenten nog steeds. Ik ben inmiddels sterker en zelfverzekerder, bewust van wat ik van het leven verlang en ook van wat ik zelf te bieden heb. Energie om te gaan voor wat ik wil en te investeren in wat ik de moeite waard acht. Klaar voor wat er komen gaat, voor al het moois en alle tegenslagen. Want wat het ook is, ik kan het aan. Wanneer nodig door het te overwinnen, maar als het even kan door het te omarmen.
De schreeuw van een enkele vogel doet me opschrikken uit mijn gedachten. Behalve de vogel lijkt de gracht nog steeds uitgestorven. Ik bedenk me dat het ergens wel een mooie metafoor is voor het nieuwe jaar; het beeld van de verstilde, nog niet ontwaakte stad. Een schone lei. Een nieuw pallet. Alles nog leeg, alles nog open. Enkel een zweem van mogelijkheden en verwachtingen. Er zouden zomaar eens hele mooie dingen te gebeuren kunnen staan. Ik sta op en loop verder, richting het Ledig Erf, het nieuwe jaar in.